Een vrouw van in de dertig stuurde me een berichtje toen haar moeder was overleden. Ze hadden op het ziekbed afgesproken dat zij later niet zou lezen in de dagboeken van haar moeder, maar wel in haar dankboeken.
‘Mijn moeder heeft tot de laatste week geschreven’, mailde ze. Bijvoorbeeld dat ze dankbaar was voor haar zus die ’s nachts bij haar bleef. En voor de liefde om haar heen.
Ik vind dat zo’n bemoedigende gedachte: zelfs als we weten dat we niet meer beter worden, zijn we in staat om de mooie dingen om ons heen te zien. Ook mensen die een dierbare hadden verloren of een grote teleurstelling te verwerken kregen, mailden me dat het beoefenen van dankbaarheid hen hielp.
Maar dat betekent niet dat je negatieve gevoelens met dankbaarheid moet wegdrukken. Dat je niet verdrietig mag zijn. Dat er geen ruimte is voor zelfcompassie. Dat zou toxische positiviteit zijn.
Nee, mensen die dankbaarheid beoefenen zijn niet minder verdrietig dan mensen die dat niet doen. Maar ze ervaren door het beoefenen van dankbaarheid naast negatieve emoties ook positieve emoties. Die momenten van blijdschap en verwondering geven het leven weer even kleur.
En de gedachte dat de dochter en andere nabestaanden nu troost putten uit een dankboek dat haar moeder ooit bijhield, is een schitterend neveneffect.
Geef een reactie